Ja ja, de rammen zijn er weer bijgeweest, in september-oktober. Dat betekent dat de dames er weer gekleurd op staan. Wij doen de rammen elke week een andere kleur dekblok voor, zodat we weten wanneer welk schaap gedekt is. We beginnen met geel, dan groen, blauw, rood en zwart, steeds een beetje donkerder. Want soms wordt een schaap een paar weken later nog eens gedekt.
Vorige week is onze veearts Judith langs geweest voor de echo, om te zien of en hoeveel lammetjes erin zitten. Een ooi met een tweeling krijgt een rode stip in de flank, eenling is blauwe stip, en als de ooi wel gedekt maar niet drachtig (‘gust’ heet dat), dan een groene. Guste ooien blijven buiten.
Die kleuren gebruiken we bij het binnenhalen in de lammertijd. De geelgedekte tweelingmoeders mogen als eerste naar binnen (die krijgen dus wat langer brokjes op stal), een week later de geelgedekte eenlingmoeders en de groengedekte tweelingmoeders, een week later…. enzovoorts.
Half februari verwachten we de eerste van zo’n 450 lammetjes! Je krijgt wel weer bericht wanneer de Lammetjesdag is. Tot dan!
Dit is iets waar herder en zoon heel blij van worden: een nieuwe (tweedehandse) schapentrailer! De oude paardentrailer was aan zijn eind, en eigenlijk ook een maatje te klein. En deze nieuwe heeft twee verdiepingen, is helemaal van aluminium (dus geen roest of rot) en is gewoon super!
Onze nog immer spontaan uitdijende kippenschaar heeft het inmiddels feilloos door: als er kuilvoer gevoerd wordt, zit daar altijd wel wat lekkers tussen. En al helemaal als de schapen brokjes vermengd met haver krijgen. Dan weten ze niet hoe gauw ze de stal in moeten komen!
M’n studievrienden (een kudde biologen) zouden een weekendje komen. En precies die zaterdag moest de kudde verplaatst worden. Dat leek ons nou een mooie groepsactiviteit: met de kudde van Wolfheze naar de Grebbedijk lopen. En daar waren m’n vrienden het gelukkig gelijk mee eens.
Nou wil het toeval dat van een van die vrienden haar ouders langs de route wonen, op de Veerweg aan de Grebbedijk in Wageningen. Haar moeder, Gelske Kwikkel, is fotograaf en wereldberoemd in heel Wageningen, en baalt dat ze altijd te laat ziet dat de kudde langskomt, en tegen de tijd dat ze haar camera te pakken heeft, is hij al voorbij. Maar nu wist ze het dus op tijd. Ze kwam naar Oranje Nassau’s Oord, stond verderop langs de route op de Holleweg, en uiteraard langs haar eigen Grebbedijk.
Het was een prima wandeldag, niet te heet, maar wel droog, met prachtige luchten. Clemens liep voorop, onze zoon Jochem (met hond Finnick) en de biologen liepen achter de kudde, en ik reed er met de bezemwagen achteraan, waar soms een vermoeid lammetje of een vermoeide bioloog in mocht meeliften. Want het was wel een aardige tippel van 15 kilometer.
Dus vandaar deze prachtige fotoshoot van onze kudde. Bedankt Gelske!
(verslag door onze herder Dore van Montfoort, die deze tocht organiseerde en liep, samen met herder Roelina Schouten)
Wat stel je je voor bij herder zijn? Vanuit een schaapskooi in alle vroegte de grote, stille heide op slenteren met je schapen op hun dooie gemak achter je aan om daar de rest van de dag tegen een spichtige berk aan te leunen terwijl je op een pijpenstrootje kauwt en peinst over de vraag wie eenzamer is: de berk of jij? Of weet je wel dat het iets anders ligt? Maar hoe dan precies?
Maandag 1 augustus 2022 had een kleine groep de unieke kans om een kijkje in de keuken van de moderne herder te nemen door samen met ons een tocht te lopen. We liepen van landgoed Bornia bij Driebergen-Rijssenburg naar de Krakeling om daar de kudde op te halen. En dan met de kudde weer terug.
Op de heenweg keken we samen naar waar een herder op let. Waarom zijn mountainbikers bijvoorbeeld eng? Waarom zijn schapen soms als de dood voor een plas water (belangrijk, want het regende)? Wat doe je met loslopende honden? En hoe steek je nou met 268 schapen een drukke weg over?
Bij de Krakeling brak op precies het goede moment de zon door en brachten we het rustmoment door met uitzicht op de schapen die nog naglinsterden van de regen. Aangesterkt door koffie, thee en koek (en een stoel met zitvachtje van eigen kudde voor wie even wilde zitten) gingen we daarna weer op pad, deze keer met de kudde en met de kennis om ze veilig te begeleiden naar Bornia.
‘Ik wist niet dat ze zo hard konden lopen,’ pufte een deelnemer die zich had ingesteld op mak gesjok, terwijl we in gestrekte pas achter de schapen aanbeenden. Tja, daar hadden we inderdaad wel voor mogen waarschuwen. Ons werk heeft meestal maar weinig gemeen met het beeld dat ik daarstraks schetste. Geen geslenter, geen grote, stille heide, geen eenzame herder, maar gezellig samen door het bos achter de schapen aan hollen. Maar dat het cliché zelden klopt, betekent niet dat herder zijn geen mooi werk is, met zijn eigen soort romantiek. Een van de deelnemers zei aan het einde van de dag over haar zoon: ‘Ik was bang dat hij het misschien saai zou vinden, maar hij liep de hele tijd te stralen.’ En toen ik nog eens goed om me heen keek naar de rest van de club… was hij volgens mij niet de enige.
Wil je ook een keer meelopen met de kudde? Of meedoen met een van onze andere schapenactiviteiten? Meld je aan voor de nieuwsbrief en je bent als eerste op de hoogte!
Die kippen van ons, die blijven ons verrassen. Ze houden er wel van om ‘on the edge’ te leven, zoals je hier kunt zien. Dit is op de strozolder, 30 cm van een afgrond van een meter of 3. Rechts zie je het dak van de trailer.
Het is altijd weer afwachten waar we de eieren tegenkomen dus. Laatst hadden we alweer een tijdje geen eieren gevonden. Zullen ze van de leg zijn, denk je dan. maar nee. Ineens hoorde Clemens piepen op het randje bovenop de kippenren, ruim 2 meter hoog. Zo’n dakje waar wat rommel ligt, de potenbakken, wat kistjes enzo. Bleek er een enorme verzameling eieren te liggen, én er liepen 5 kuikentjes rond! Die heeft hij maar gauw in de kuikenren gedaan met hun moeder.
Nieuwe opdracht dit seizoen: de Wolfhezerheide. Ook nieuw dit seizoen: twee van onze gebieden liggen in wolvengebied: naast de Wolfhezerheide ook de Renkumse hei. Dat betekent: wolfwerende afrastering. Boven de netten van 90 cm spannen we een extra stroomdraadje. En we hebben een zwaarder stroomapparaat, omdat er meer stroom nodig is om een wolf buiten te houden dan om een schaap binnen te houden. De koeien blijven er overigens ook netjes buiten…
Het is wel weer een stuk meer werk. Netten zetten is toch al geen feestklusje, en het wordt er niet simpeler op. Maar gelukkig krijgen we wel subsidie van de provincie Gelderland om de wolfwerende materiaalen aan te schaffen.
Ook dit voorjaar is er weer heel wat afgevilt. Grappig genoeg ook opvallend veel zitvachtjes. Een personeelsuitje (inclusief barbecue), een vriendinnenworkshop, een middag voor de StreekWaar-vrijwilligers en laatst nog met ons volleybalteam. We versierden met zijn allen een grote vacht voor ons teamlid dat 60 was geworden, en maakten daarna ieder zelf nog een zitvachtje.
Met onze medewerkers en vaste vrijwilligers maakten we sloffen. Dit najaar komen er weer diverse sloffenworkshops aan. Is echt superleuk! Handig ook als je elkaar helpt om de sloffen op het laatst lekker pas te vilten.
En natuurlijk zijn er ook een heleboel grote vachten gevilt.
De schapen lopen nu voor het tweede jaar op Lizard Lane, een strook onder een hoogspanningsleiding die ingericht is als ecologische verbindingszone voor onder andere hagedissen (vandaar ‘Lizard Lane’). Mooie plek!