Auteursarchief: Marjel

Blije sloffenvilters in de workshop!

Na de eerste sloffenworkshop op 3 oktober waren we allemaal blij! (zie hieronder voor een verslagje een van de workshop van 21 november, waar we allemaal net zo blij waren!)

Zelf iets maken, helemaal naar je eigen smaak, wat je dan ook nog kunt gebruiken, en dan ook nog op een mooie plek met een gezellig groepje mensen, er is weinig leukers te bedenken. Kijk eens hoe mooi ze geworden zijn!

Als juf deed ik elke stap van het sloffenvilten voor aan de hand van een paar babyslofjes. Dat vonden de cursisten heel goed werken. Bijkomend voordeel: ik had aan het eind van de workshop een allerschattigst paar babyslofjes gevilt!

Bekijk hieronder de diashow van hoe de workshop ging. Maar eerst even de eindresultaten:

  

 
De sloffen van Roosje meteen na de workshop, en nadat zij ze thuis zorgvuldig gekruld had laten drogen

 en de babyslofjes die ik als juf maakte

Deze slideshow vereist JavaScript.

Op zaterdag 21 november was de tweede workshop. Wegens coronaregels maar met 3 mensen helaas (en ik kon zelf ook een paar vilten). Maar dat mocht de pret niet drukken.

   

Bekijk hier alle foto’s van 21 november

Zie voor data en meer info workshop sloffen vilten

Viltexperimenten: streepkleedjes en vachttassen

Toen er even geen workshops waren afgelopen voorjaar, ben ik een beetje gaan experimenteren. En met nieuwe vilthulp Gabriëlle zijn we afgelopen zomer ook lekker creatief bezig geweest.

Afgelopen voorjaar wilde ik eindelijk eens doen wat ik al lang in mijn hoofd had: een gestreepte vacht maken. Alsof die op een gestreept schaap had gezeten. Met een grote eigen vacht van dus het Veluws heideschaap en een gigavacht van de zwartbles van de buren ging ik aan de slag.

Het resultaat is leuk geworden! Ik heb er vier smalle streepkleedjes van gemaakt, die daardoor bij uitstek geschikt zijn om in een luie stoel te leggen. Maar op de vloer of de bank doen ze het natuurlijk ook prima!

Op de pagina aanbod viltvachten staan alle viltvachten die momenteel te koop zijn. Er is een mooi voorraadje aan witte en gekleurde gevilte vachten te koop.

Gabriëlle wilde wel eens proberen een tas te maken met vacht. We maakten wat smalle vachten op een ondergrond van vilt die aan alle kanten een beetje uitsteekt. En we viltten een dikke sliert als hengsel.

Resultaat van de eerste proef, thuis uitgeborsteld, in elkaar gezet en gevoerd door Gabriëlle: 

Deze is met bruine lontwol, en naast Veluwse wol ook een klein plukje blauwe Texelaar:

Wij worden hier zelf heel blij van, van deze vachttassen! We gaan nog een beetje experimenteren, en zullen dan tassen aanbieden voor de verkoop, maar we gaan denk ik ook een tassenmaakworkshop organiseren. Want dat is toch wel het allerleukst, je eigen tas vilten!

Zitvachtjes vilten in de boomgaard

In juni kwamen er wat vrienden op bezoek in de boomgaard. Mooie gelegenheid om de pizza-oven uit te proberen, en om een zitvachtje te vilten! Gelukkig waaide het nauwelijks, zodat we zelfs het versierwerk lekker buiten in de boomgaard konden doen.

Wil je ook zo’n zitvachtje vilten met een groep, in ons wolatelier, in de boomgaard, of op je eigen locatie? Dat kan! Zie zitvachtje vilten.

Na het versieren komt het rollen:

Dan het spoelen:

Het eindresultaat:

Vachtvilten in tijden van corona

Na een paar maanden niets, zijn we in mei weer begonnen met de vachtviltworkshops. Met kleinere groepjes, zonder geserveerde lunch. En met alle ramen en deuren open voor genoeg ventilatie.

Ook dit najaar zijn er weer vachtviltworkshops. Meld je gauw aan!

De vrouwen in de workshop van 22 mei kozen allemaal voor een Veluws vachtje (meer foto’s):

Op 30 mei was het zo warm dat we in de boomgaard koffie dronken, lunchten en thee dronken (meer foto’s):

Op 5 juni was het ineens een stuk koeler (meer foto’s):

Het groepje zussen, zwager, nicht en vriendin op 6 juni had deels eigen vachtjes meegenomen (meer foto’s):

Ook op 13 juni had iemand een spectaculaire eigen vacht meegenomen (meer foto’s):

Op 27 juni maakten de vriendinnen van Marleen er stuk voor stuk kunstwerkjes van (meer foto’s):

Op 4 juli was er een grote voorkeur voor bruin (meer foto’s):

Op 11 juli kwam onze herder Thomas met zijn vrienden die ook geholpen hadden met schapen scheren. Thomas had ter plekke een mooie vacht uitgezocht, namelijk die van ons enorme ‘vliegdekschaap’ (meer foto’s):

En de laatste voor de vakantie was op 26 juli, met een aantal oude bekenden van de workshop van 6 juni (meer foto’s):

Mooie Veluwse rammetjes

We zitten nog niet in het stamboek van Veluwse heideschapen (een zeldzaam landbouwras), maar daar werken we wel naar toe. De eerste stap is om dan te zorgen dat je goede rammen hebt, die aan de stamboekeisen voldoen. Mooie kromme neus, smalle kop, lange staart, donker randje rond de ogen (een soort eyeliner) en rechte wol. En verder natuurlijk goed uitgegroeid en met mooie rechte poten.

Daarom gingen we onze rammetjes uitzoeken bij een van de stamboekkuddes, namelijk die in Ede. Da’s lekker dichtbij, dus dat kwam mooi uit. Met behulp van twee deskundigen uit het stamboekbestuur hebben we 12 mooie exemplaren uitgezocht. Die mogen de hele zomer nog even flink groot en sterk worden, zodat ze in september een paar weken los kunnen gaan.

Mooi koppeltje, toch?

Schapen scheren

Dit jaar kwam Johannes Kloosterman de schapen scheren, met hulp van Tom en Leon. In één dag schoren ze alle 470 schapen. Toegegeven, het was wel een lange dag, van 6 uur ’s ochtends tot 7 uur ’s avonds.

We waren erbij met het hele gezin, en nog hulp van Pauline, herder Thomas, zijn broer Jelte en hun vrienden Teun en Johanna.

Het was weer gezellig, en we waren ’s avonds bekaf, maar zeer voldaan. Fijn ook dat de stortbui die tussen de middag viel nét niet in Den Dolder terecht kwam. Daar regende het wel, maar zachtjes en niet al te lang.

Uiteraard hebben we de mooiste vachten weer uitgesorteerd en netjes opgerold in oude lakens voor het vachtvilten. De rest van de vachten nam Johannes mee naar huis.

Kijk voor meer foto’s en wat leuke filmpjes in het fotoalbum schapen scheren 14 juni 2020

Een week later hebben onze kinderen het scheren geoefend op een aantal lammeren.

 

Schaapskudde als levende ecologische verbinding voor hei en akkers

Zo’n schaapskudde is natuurlijk leuk om te zien. En de schapen eten het gras tussen de heide vandaan, en helpen zo de effecten van te veel stikstof een beetje te beperken. En ze zorgen voor structuur in de vegetatie. Hier vreten ze wat weg, daar valt wat mest, en zo ontstaat er variatie die je natuurlijk nooit kunt bereiken met een maaimachine.

Maar er is nog een belangrijk pluspunt aan een rondtrekkende schaapskudde: ze zijn een levende ecologische verbinding! Je weet vast dat Nederland veel kleine natuurgebieden heeft, en hoe kleiner een gebied, hoe lastiger voor planten en dieren om een gezonde populatie op te bouwen. Daarvoor is het nodig genoeg uitwisseling te hebben met soortgenoten. Daarom hebben we ecoducten en natuurcorridors (zoals vlinderstroken). Maar zo’n rondtrekkende kudde, die een paar keer per jaar heen en weer loopt tussen Leersum en Renkum, en in de vachten van de schapen beestjes, zaden en sporen meeneemt, dat is ook een prima ecologische verbinding!

Voor onze opdrachtgevers is dat een grote meerwaarde, we zorgen voor biodiversiteit!

Als je dat weet, dan kijk je net weer wat anders tegen zo’n tochtje aan van Renkumse hei naar de Plantage Willem III! Met Thomas en Arie liepen we meer dan 20 kilometer!

Die verspreiding van beestjes en zaden is niet alleen goed voor de hei, maar ook de graanakkers van GraanGeluk die we begrazen hebben er baat bij. In het voorjaar begrazen we de net uitgelopen kruiprogge. Die gaat dan meer aren vormen. En nu, na de graanoogst, begrazen we de stoppels en de akkerkruiden, om zo de zaden van de kruiden te verspreiden van akker naar akker. En na de lammertijd gaat onze vaste stalmest weer op de akkers.

Mooi toch? Lamburgertje, GraanGeluk-biertje, GraanGeluk-brood, wat wil je nog meer? Zie dit filmpje.

Zie ook dit filmpje over de vlinderstrook van Utrechts Landschap op de Hoge Ginkel (Leersum), waar Clemens in juli de kudde liet grazen, samen met onze kinderen Silke en Jochem, die puppy Gwen in bedwang moesten houden:

 

Quarantaineproject: pizza-oven bouwen met zoon

Zoon Jochem had het al eens gevraagd: zullen we een pizza-oven bouwen? Toen kwam corona en zaten we allebei thuis, en leek dat ineens een verschrikkelijk goed idee!

We begonnen met het bekijken van eindeloos veel YouTube-filmpjes en websites. Vervolgens maakten we een geheel eigen plan: een oven op wieltjes. We kochten bij een webwinkel een grote zak perliet, een isolatiedeken, vuurvaste bakstenen, vuurvast cement en een schoorsteenpijpje. Via Marktplaats scoorden we een degelijke bolderkar, en bij de Gamma nog een paar zakken gewone cement. Zand hadden we nog wat liggen. En toen kon het feest beginnen!

We maakten een kartonnen mal voor een bolvormige ovenkoepel, die we opvulden met zand. Ook de ovenmond maakten we van zand. Dat bedekten we met natte kranten. Daar zetten we het schoorsteentje op.

Vervolgens maakten we de ovenkoepel van perlietcement: dat is perliet (heel raar licht piepschuimachtig spul, een soort geëxpandeerd steen dat hittebestendig en isolerend is), cement en water. Dat legden we in een laag van zo’n 4 cm op de ovenkoepel en de ovenmond. We maakten ook een bodemplaat (niet op de foto) van perlietcement. De eerste die we maakten (2,5 cm dik) was te dun, die brak. Gelukkig hadden we nog genoeg perliet voor een dikkere van 4 cm.

Dat moest een week of twee drogen. Intussen verstevigden we de bolderkar, en maakten er een plank op, met opstaande randen zodat het een doos werd.

Die doos vulden we met lege wijnflessen en perliet. Uiteraard waren we per ongeluk vlak daarvoor naar de glasbak geweest. Maar gelukkig hadden we na een oproep in de buurtapp binnen een paar dagen twee klapkratjes lege flessen. Zo maakten we een isolerende doos die zorgt dat er niet te veel hitte weglekt via de bodem.

Op die doos kwam de perlietcementen grondplaat. Daarop met vuurvast cement de vuurvaste bakstenen als ovenvloer, die we voorzichtig met een steenbeiteltje in vorm hadden gehakt. Dat was ook nog een behoorlijk klusje. Daarop met vuurvast cement de ovenkoepel, waar we inmiddels het zand (en de kartonnen mal) uit hadden gegraven. De kranten zaten nog aan de binnenkant (maar dat brandt later vanzelf weg).

Daarover legden we de isolatiedeken, die we met een restje gaas vastzetten. Daaroverheen ging een laag gewoon zandcement, dat we door lieten lopen over de grondplaat.

En toen was hij klaar!!! Mooi hè?

Tijdens het steeds wachten tot het cement droogde, maakten we nog van een paar oude bakplaten een pizza-schep, een deurtje met ijzeren binnenkant, en een schuif om het vuurtje opzij te schuiven als de oven eenmaal op temperatuur is. Lekker klooien met haakse slijper, boormachine en tang. 

En toen was het tijd om hem uit te proberen. En we mogen gerust zeggen: hij werkt perfect!!!

Je stookt hem zo’n drie kwartier op met een lekker vuurtje (hoeft niet megagroot), dan schuif je het vuurtje naar achteren, houdt het net brandend, en dan kun je op de ovenvloer ervoor prima pizzaatjes bakken. In het begin zijn die binnen een minuut klaar, na een tijdje wordt dat iets langer, 2-3 minuten. Je moet ze wel steeds even draaien, omdat de kant richting het vuur het snelst bakt. Maar lékker dat ze zijn!!! Op de foto’s hieronder bakken Jochem en ik de eerste pizza!

Als bonus kochten we nog een infraroodthermometer (dat gele dingetje op de foto hierboven). Je richt met een laserstraaltje en kunt dan de temperatuur afmeten. Hij gaat tot 500 graden, maar als het vuurtje een tijdje brandt, zit je daar zo overheen.

En omdat we op het geniale idee waren gekomen om hem op een bolderkar te zetten, rijden we hem zo (zelfs als hij heet is!) naar de boomgaard, of naar de achterkant van het erf. Als het regent, kan hij zelfs in de open stal. Wat wil je nog meer?

Let’s pizza-party!!!

Weer op de hei – droogte na nattigheid

Bizar om te zien in het Binnenveld, waar we van de winter nog tot onze enkels in de modder liepen, dat er nu gesproeid moet worden om het gras aan de groei te houden.

De droogte van dit voorjaar is ook vervelend voor de natuur waar we grazen. Ook daar zit de groei er nog niet echt in van het gras en de rest van de vegetatie. Laten we hopen dat het niet weer zo’n bizar droog jaar wordt. Eén droog jaar is balen, twee droge jaren afschuwelijk, maar je moet er niet aan denken wat een derde droog jaar zou betekenen. Dat zou toch redelijk catastrofaal zijn. 2020 heeft nog wat goed te maken, heeft al genoeg ellende gebracht, zullen we maar denken.

Maar goed, de schapen zijn toch de hei weer op! Onze ene kudde is vanuit stal eerst onze eigen wei opgegaan, en loopt nu op de Paltz (bij Militair Museum Soesterberg). De andere kudde heeft een tijdje op de Keijenberg gestaan, is toen naar de Renkumse heide gegaan, en daarna weer een paar dagen Keijenberg.  De Renkumse wethouder Joa Maouche en zijn vriendin wilden graag eens een tochtje meelopen, en vergezelden de kudde en ons op de tocht van de Keijenberg naar de Renkumse hei. Ze moesten ook lopend weer terug naar hun auto, omdat we vanwege corona geen auto mochten delen. Maar met dat mooie weer was dat geen straf.

Inmiddels is deze kudde van de Keijenberg via de Grebbedijk naar de Koningstafel op de Grebbeberg gelopen (zie het bericht met het dronefilmpje). Een dag later verliepen we de kudde naar de Plantage Willem III (tussen Elst en Rhenen). Toen we van de Grebbeberg af liepen, kwam fotograaf Marco van Soest (Catching Moments.nl) ons toevallig tegen en maakte hij deze mooie foto.

Foto Marco van Soest, CatchingMoments.nl

En dan hebben we nog een kleine kudde in Arnhem-zuid, op de Oude Huissensedijk.