Met al die nieuwtjes over lammetjes en vachtvilten zou je bijna vergeten waartoe wij als Grebbeveld op deez’ aard zijn: natuurbegrazing. Voor natuurorganisaties, landgoederen en gemeenten begrazen wij hun gebieden. Zo realiseren wij hun natuurdoelen. En dat houdt wel wat meer in dan een beetje ronddolen met de kudde, ben ik bang. Dat vraagt maatwerk, per gebied en per seizoen en weersomstandigheden.
Onze grootste opdrachtgever is Utrechts Landschap, voor wie we twee of drie keer per jaar al hun te begrazen gebieden op de Utrechtse Heuvelrug bezoeken met de kudde. Daartussenin liggen nog een aantal landgoederen, die we ook al jaar en dag begrazen. En bij de gemeentes Renkum (Renkumse hei) en Arnhem (Oude Huissensedijk) zijn we ook al jaren actief.
Tot en met 2014 begraasden we ook de terreinen van Staatsbosbeheer rond de Amerongse Berg, maar toen dit werd aanbesteed, ging het naar een andere herder. Afgelopen winter liep die periode af en werd het opnieuw aanbesteed. Omdat deze terreinen echt midden tussen de terreinen van Utrechts Landschap liggen en omdat we er al een aantal jaren begraasd hadden, hebben we toch maar weer meegedaan aan de aanbesteding (hoewel we eigenlijk niet zo’n fan zijn van aanbesteden). En jawel, het is ons gegund! Dat gaat dan om gebieden zoals de Eenzame Eik (heel bijzonder plekje met een cirkel van taartpuntvormige percelen eromheen), het Egelmeer en de Slaperdijk.
Dat is nog een hele klus, zo’n aanbesteding. We wilden natuurlijk een uitmuntend plan van aanpak maken, omdat je dan meer kans hebt dat je de opdracht krijgt. Dus hebben we voor alle doelen die ze willen behalen een zo goed mogelijk aanpak bedacht. Zoals het afwisselen van hoge en lage begrazingsdruk om meer structuur te realiseren. Of begrazen met afnemende intensiteit richting de bosrand, om zo een geleidelijk overgang van hei naar bos te krijgen.
Een belangrijk doel is ook het tegengaan van vergrassing (wat onder andere komt door de te hoge stikstofdepositie waar zo veel gedoe over is). Dat doen we door vooral in het voorjaar flink te grazen. En dan moeten we uiteraard de groei van de heide stimuleren, zowel de oude heide als de jonge heidestruikjes. Verder heeft heide een natuurlijke neiging om te veranderen in bos. Dat voorkomen we door boomopslag te maaien, een paar weken voordat we er met de kudde overheen gaan. De schapen eten dan de jonge uitlopers van de boompjes op, en zo houden we het in toom.
En dat dan ook allemaal in nauw overleg met de beheerders. Want wat als het heel droog is, en er bijna niks groeit? Of als het zo warm is dat de grassen de grond uit spuiten? Elke keer moet je weer bijsturen.
Hoe dan ook, we zijn blij dat we weer aan de slag kunnen rond de Amerongse Berg!