Hoewel de souvenirwinkeltjes in de bergdorpjes in Zuidwest-Polen vol lagen met schapensouvenirs (knuffels, beeldjes, kussentjes), hebben we er bijna geen schaap gezien. Niet dat we dat erg vonden hoor, een schaaploos weekje is ook wel eens lekker. De kudde was in de vertrouwde handen van Marjolijne, en de Wageningse schapen onder de goede zorgen van Arie.
Al maanden van tevoren hadden we het zo gepland dat de kudde die week op de Plantage Willem III zou staan, een groot en rustig gebied, waar het redelijk eenvoudig hoeden is. Maar ja, de natuur houdt zich niet aan planningen. Door de warme winter en voorjaar liepen een paar andere projecten wat langer door, en jawel, precies in onze vakantieweek moest ineens de kudde twee keer verplaatst worden. Daar wilde Marjolijne toch wel graag wat hulp bij. Gelukkig was Marc inzetbaar, die met hond Zwiep zijn hand niet omdraait voor een kuddewandeling meer of minder. En zo konden we toch met een gerust hart naar Polen.
Aldaar verbleven we op een vakantieoord waar de gasten ook een beetje mee mogen helpen (www.nemoland.org). Meteen de dag dat we aankwamen vroeg de boer die er het groen beheerde al wie er wilde helpen hooien. Gelukkig kreeg Clemens ontheffing, hij had net de ochtend voor vertrek nog stro lopen laden. “Dat meehelpen op de boerderij is voor de mensen die normaal achter een bureau zitten”, vond de boer, “ga jij maar lekker een boekje lezen.” We hadden een heerlijke vakantie, maar Clemens liet zich aan het eind van de week toch nog verleiden om een paar uur de bermen van de oprijlaan te zeisen. En tijdens een wandeling kwamen we dan toch een paar schaapjes tegen in een weitje.