De brandweer belde. Ik schrok natuurlijk. Wat wil je, als de brandweer belt en je hebt twee zolders vol hooi. Maar gelukkig, er was niets aan de hand, verzekerde hij me. Hij had alleen een dak nodig om te oefenen met klimmen, en daarvoor gebruikten ze al eens eerder Haarweg 12, toen het nog van de WUR was. En of het nu weer mocht. Nou, dat vonden wij wel goed.
Woensdagmiddag zouden ze het gaan doen, en ik had die middag drie jongetjes thuis, twee van onszelf, en een vriendje. Natuurlijk gingen we even kijken. Met touwen klommen ze over het dak, oefenen voor als ze eens ergens niet met een hoogwerker bij kunnen. Eerst gooiden ze met een katapult een zakje zand met een dun touw eroverheen, en met die dunne lijn trokken ze een dikker touw over het dak. Aan de ene kant maakten ze dat aan een boom, en aan de andere kant aan de trekhaak van een van de twee mooie rode brandweerwagens die ze bij zich hadden. En dan maar klimmen.
Nadat ik ze van koffie en koekjes had voorzien, durfden we het wel te vragen: of de jongens even in de brandweerwagen mochten kijken. Maar natuurlijk! De brandweerman liet alle gereedschappen zien: bijlen, knippers, cirkelzagen, uitzetklemmen, de hele rataplan. En toen…. vroeg hij of de jongens even een stukje mee wilden rijden. Op de terugweg deed hij op de oprit zelfs de sirene en het zwaailicht aan. Tèèètuuu, tèèètuuu!!!