De kudde maakt heel wat kilometers deze weken. Eerst vanaf Breeveen (boven Leersum) tussendoor even een dagje Dartheide. Toen een weekje naar de Hoge Ginkel (boven Amerongen). Hier vertrekken we vanaf Breeveen, met Clemens voorop, ik achter, en Mijke in de bezemwagen erachteraan. Tussendoor wisselden Mijke en ik zodat zij ook een stukje kon lopen. Da’s toch wel iets leuker dan in de auto.
Je kunt zien dat de rammen flink bezig zijn geweest. Toen hadden ze de rode dekblokken voor, en inmiddels hebben ze als laatste kleur zwarte dekblokken in hun tuigje. Onderweg kwamen we nog een ruiter te paard tegen. Sommige paarden (of hun ruiters) vinden het maar niets, zo’n bewegend wit tapijt van schapen. Maar dit paard vond alles prima. De ruiter kon gerust met beide handen los een foto maken.
Hier komen we aan op de Hoge Ginkel.
Gisteren is de kudde vertrokken richting Renkum. Dat is een hele wandeling, en dat lukt dus ook niet in één dag. Gisteren zijn ze van de Hoge Ginkel naar de Plantage Willem III (tussen Elst en Rhenen) gelopen, om daar te overnachten. Vandaag ging de tocht naar de bastions onderaan de Grebbeberg. En morgen lopen ze dan naar Renkum.
De tocht over de Grebbeberg was spannend, want Clemens wilde een nieuwe route uitproberen. Niet onder de berg langs, maar er overheen. Dat was nog een heel avontuur.
Eerst bleken er honden los te lopen, die wild werden bij aanblik van een schaapskudde. Vervolgens moest de kudde door een soort coupure, ik geloof dat het een oude loopgraaf is.
Toen kwam de kudde aan bij de Koningstafel, alwaar je een prachtig uitzicht hebt over de Blauwe Kamer.
Al is het uitzicht niet meer wat het geweest is, in de 17e eeuw, toen de Grebbeberg nog onbebost was en je ook richting Rhenen kilometers ver kon kijken. Tenminste, als je Aelbert Cuyp moet geloven. Wel leuk om te zien dat er toen ook al schapen liepen!
En toen, toen moesten de schapen de trap af. Die grote roestkleurige stalen trap die behoorlijk steil de Grebbeberg afloopt. Nou komen schapen oorspronkelijk uit bergachtige streken, dus voor een klimmetje zijn ze niet bang. Maar zo’n donker gat, dat vonden sommige schapen maar niets. Er was een aardig cluppie dat netjes de trap afdaalde, maar een hele groep verkoos toch het bos erlangs.
Vervolgens bleek de uiterwaard een drassige bedoening te zijn. Schapen hebben vier poten, die vinden hun weg wel, maar de meelopende mensen hadden er meer moeite mee. Hans zakte een keer tot zijn knie weg in de drab.
Al met al een avontuurlijke route, maar geen onverdeeld succes. De route om de berg heen – via Levendaalselaan, Zijdvang en Weidijk – is weliswaar een paar kilometer langer, maar misschien toch wel zo makkelijk.