Nou was op het Schaapscheerdersfeest de kleine kudde wel geschoren, maar de grote kudde moest ook nog. Da’s wel even andere koek. De scheerders op het feest deden bewust heel rustig aan (anders waren ze te snel klaar met die 50 schapen); maar met zo’n hele kudde van 230 wil je toch geen dagen bezig zijn. Gelukkig hadden we via een andere herder het telefoon gekregen van Simon, een Nieuw-Zeelander, die met zijn mates wel wilde komen scheren. Simon scheert in de zuidelijke halfrondzomer in Nieuw-Zeeland, en het andere halfjaar zwerft hij schapenscherend rond door Duitsland en Nederland, vaak vergezeld van de zelfs nog iets sneller scherende Scottie. Als hulp hadden ze Andy en Rosie bij zich, die hiermee geld verdienden om door Europa rond te reizen.
Ze bouwen in 10 minuten op: een generator, elk een houten platformpje met een stok, waaraan de tondeuse hangt. Verder wat gereedschap (olie om de tondeuse te smeren en een staalborstel om het wilvet eraf te poetsen e.d.) en een tellertje. Ze hadden een speciale scheerdersbroek en een soort moccasins aan hun voeten: dunne leren schoentjes, zodat ze goed voelden of ze niet per ongeluk op een schapenpoot stonden, terwijl ze wel met hun voeten het schaap klem konden houden.
Simon
en Scottie
Andy gaf de schapen aan, en Rosie verzamelde de wol, en propte het in de wolzakken. Dat deed ze uitstekend, want toen ik later de wol naar de wolinzameling bracht, had hij zelden zulke zware zakken gehad, sommige waren wel 70 kilo, we kregen ze maar net met zijn tweeën op de weegschaal. Clemens en Hennie (een buurtbewoner die kwam kijken en bleef helpen) schoven de schapen steeds een vakje verder, zodat Andy steeds genoeg verse schapen had om aan te geven aan de scheerders.
Het ging razendsnel: in 2,5 uur hadden ze er 230 gedaan. En daarna kwamen ze voor bier en lasagne naar ons huis, om vervolgens door te rijden naar Duitsland.