Sommige schapenhouders scheren hun dieren in de winter: vlak voor ze gaan aflammeren. Dat heeft als groot voordeel dat je veel beter kunt zien wat er gebeurt tijdens het aflammeren. Ook nemen ze dan minder plek in, en zo lang ze op stal staan, hebben ze weinig last van de kou. Wij deden dat tot nu toe eigenlijk nooit, omdat onze schapen redelijk snel weer naar buiten gaan, en dan kan het nog best koud zijn.
Maar dit jaar bedacht zoon Tijmen dat eigenlijk alleen de eenlingmoeders snel naar buiten gaan. De tweelingmoeders staan veel langer op stal, omdat de lammeren groot genoeg moeten zijn om er eentje te spenen, zodat de moeder met één lam de hei op kan (twee lammeren is te heftig, omdat ze nog best lang drinken bij de moeder). Door dat lange op stoffige stal staan zien de vachten van de tweelingmoeders er bij het scheren eigenlijk zelden mooi genoeg uit om te bewaren voor het vachtvilten. Dus besloot Tijmen om een kudde jaargenoten op te trommelen van zijn studie diergeneeskunde, en met zijn allen hebben ze de tweelingmoeders vakkundig van hun vacht ontdaan.
Dus als je nou naar de Lammetjesdag komt, dan herken je meteen de tweelingmoeders. Die zijn geschoren!