Als herder heb je soms bijzondere ontmoetingen. Een echtpaar op leeftijd op de Plantage Willem III dat wekelijks de voortgang in de medische geschiedenis van ’s mans hartproblemen komt vertellen. Of die wat oudere Marokkaanse man op de fiets op Landgoed Zuylestein.
“Mooie schapen”, vond hij.
“Dank u wel”, zei Clemens.
“Is hobby, of werk?”
“O, dat is werk hoor! En wat doet u voor werk?”
“Ik werk niet meer. Mijn vrouw is dood, zaak failliet. Ik kom niet meer aan het werk. Ik fiets nu naar mijn dochter, in Leersum.”
“Wat deed u dan voor werk, als ik vragen mag?”
“Shoarmazaak. Alleen schapenvlees. Ik ben moslim, ik eet alleen schaap. Behalve een frikandel speciaal. Met veel uitjes. Dat vind ik zooo lekker! En een karbonaadje. Maar verder: alleen schaap!”
“Aha!”
“Ik ga weer! De schapen, zijn dat allemaal vrouwtjes?”
“300 vrouwtjes!”
“Dan wens ik u fijne middag met uw 300 vrouwtjes!”