Afgelopen week zijn er weer een heleboel ooien en lammeren naar buiten gegaan. We weten nog goed hoe het vorig jaar was rond deze tijd. Eerst een heel dag regen en de dag erna een ijzige wind uit het noordoosten. Arme lammetjes, Clemens heeft toen nog een scherm gemaakt van wat hekjes en zeil om de beestjes wat beschutting te geven. Ze lagen er helemaal opgestapeld achter. Hoe anders is de situatie nu. De warmste 9 maart ooit was het vandaag, de lammetjes hebben een eitje. Het gras groeit zelfs al!
Hoe dan ook, vrijdag moest de kudde (bestaande uit de dieren die niet drachtig waren en de ooien met al wat oudere eenlinglammeren, waarvan sommigen dus net voor het eerst buiten) verplaatst worden van de wei van de ene boer naar een wei van een andere boer, vlakbij Wageningen-Hoog. We konden twee routes nemen, eentje van 2 kilometer, maar langs een aantal weides met andere schapen, of een schaaploze die een kilometer verder lopen zou zijn. We kozen toch maar voor de langere veilige route, want we hebben wel eens gedoe gehad met andere schapen in de wei. Ofwel dat ze met ons mee willen, ofwel dat onze schapen erbij de wei in duiken. In beide gevallen niet fijn.
Toch wel spannend, zo’n eerste verplaatsing. Die lammetjes zijn nog helemaal niet gewend aan de honden, ze moeten echt nog leren dat ze daar niet nieuwsgierig op af moeten stappen, maar juist een beetje bang van moeten zijn. Maar zo lang er maar genoeg volwassen ooien in de buurt zijn, zou het wel goed moeten gaan.
Maar we merkten wel meteen dat de lammeren het nog niet helemaal bij konden benen. Ze hingen steeds met een grote groep achterin de kudde. En omdat ze dan hun moeder uit het oog verliezen (en hun moeder hen), was het een kabaal van jewelste. De lammeren mekkeren om hun mama, en de ooien blaten terug. Oorverdovend! Echt een heel verschil met een zomers kuddeverplaatsing, als je af en toe een schaap hoort blaten, en verder alleen het zachte geroffel van schapenhoefjes op het wegdek. Maar ze liepen verder best goed mee, dus daar hadden we niet bang voor voor hoeven zijn.
Wel bleek ook deze veilige route niet vrij van hindernissen. Langs de weg, met aan beide zijden sloten, lag elke 100 meter ofzo een dam naar de weides. En op die dam stond lekker lang gras, en in de weides ook. En de afrastering rond die weides was dikwijls maar een draadje op 60 cm hoogte, bedoeld voor koeien. Tja, daar laat een beetje schaap zich niet door tegenhouden; sterker nog, ze heeft het niet eens in de gaten. Met Clemens voorop met hond Kate, Marjolijne achteraan met haar honden Tom en Tess aan de lijn en hond Peggy vrij rondrennend, en Mijke in de bus met aanhangwagentje erachter als bezemwagen, speelde ik voor vliegende keep. Ik racete van dam tot dam om de schapen er weer af te krijgen, want tegen de tijd dat de laatste schapen van een dam af waren, was het begin van de kudde alweer bij de volgende grazige dam aangekomen.
Gelukkig deed dit probleem zich alleen op de Slagsteeg voor. Zodra we de Egelsteeg op liepen, konden we lekker doorlopen. En toen was er alleen nog een klein stukje Rijnsteeg, en liep de kudde vlak voor de bebouwde kom keurig het weiland in. Aldaar was het nog even een gezoek van moeders en kinderen, maar na een minuut of toen was de rust weergekeerd.
Ga gerust even lammetjes kijken, als je uit Noordwest over de Rijnsteeg het Binnenveld inrijdt, is het vrijwel meteen aan je linkerhand.