Donderdag 21 februari gaat de film ‘Schapenheld‘ in première, een documentaire over schaapherder Stijn Hilgers uit Brabant. Hij draait ook in het Wageningse filmhuis Movie W, om 19 uur. Het is zelfs de openingsfilm van het beroemde jaarlijkse Movie W-eekend, en in de weken erna draait hij ook nog een paar keer (di 26 feb, vr 1, zo 3 en zo 10 mrt).
Voor de première-avond hebben ze ons uitgenodigd om iets te vertellen over het herdersvak. Na afloop mag iedereen vragen stellen. We zijn daar met Clemens (de herder), Jeroen (onze herder-in-dienst, die ooit nog stage heeft gelopen bij Stijn Hilgers en hem dus persoonlijk kent) en ikzelf (Marjel, ik doe de administratie, PR, vilten en vleesverkoop). Lijkt het je leuk om erbij te zijn? Of een van de andere voorstellingen? Reserveer dan een kaartje!
Om ons een beetje voor te bereiden, hebben we de film alvast mogen bekijken. Het is een prachtige film, met schitterende beelden van het herdersleven. Heel herkenbaar ook, niet alleen de cyclus van het schapenjaar en de mooie kanten daarvan: buiten zijn, lammetjes, honden, natuur. Maar ook de donkere kanten van het herdersleven: de bureaucratie, de financiële zorgen, de administratieve rompslomp en het marktdenken in de natuurwereld waar hij tegenaan loopt.
Het is triest om te zien hoe verbitterd hij is. Of hij dat vroeger ook al was, of dat dat door alle tegenslag komt, dat weet ik natuurlijk niet, maar zijn lontje is een stuk korter dan goed voor hem is.
Ik heb met hem te doen, hij heeft hart voor zijn kudde, hij is een leuke vader en een lieve echtgenoot. Maar intussen bekruipt me ook het gevoel dat hij zelf toch ook een flink deel van het probleem is. Hij is beslist geen makkelijke man. Als zijn schapen een klein stukje over het land van een boer lopen, en die klaagt dat ze zijn gras opeten, scheldt hij de boer de huid vol. Oke, die boer is wat onredelijk, maar de herder had ook best even sorry kunnen zeggen. Wat me vooral irriteert is dat bij hem alles altijd de schuld is van een ander. Het ligt aan de overheid, de grote commerciële schapenbedrijven die met hun vrachtwagens kuddes van hot naar her slepen, de natuurorganisaties die te commercieel denken. Iedereen is tegen hem, vindt hij. Het ligt nooit aan hemzelf. Terwijl hij voortdurend doet waar hij zelf zin in heeft (bijvoorbeeld een tunnelkas als stal bouwen naast zijn pachtboerderij zonder toestemming te vragen aan de verpachter, en dan boos worden als die het niet goed vindt).
Eigenlijk gaat het al mis bij de eerste zinnen die hij uitspreekt in de film. Hij noemt op wat hij wil: “Dingen die ik zelf heb gekozen, niet opgelegd zijn.” Dat vrije jongen zijn, dat klinkt leuk, maar dat ben je gewoon niet als herder. Je hebt te maken met opdrachtgevers (natuurorganisaties of landgoedeigenaren), en je zult ervoor moeten zorgen dat je die helpt om hun natuurdoelen te behalen. En een opdrachtgever stelt het nou eenmaal nogal op prijs als jij je een beetje coöperatief opstelt, is onze ervaring. Hoeveel zin heeft een opdrachtgever om langdurig samen te werken met een grofgebekte herder die altijd vindt dat hij alles beter weet?
Maar, zoals gezegd, sommige van zijn frustraties zijn zeer herkenbaar. De constante zorg of er genoeg verdiensten binnenkomen om je rekeningen te betalen, en de zoektocht naar extra inkomsten door nevenactiviteiten te organiseren. De aanbestedingsdrang van natuurorganisaties, waardoor je ondanks jaren trouwe dienst ineens een opdracht kwijt bent, en ineens geen plek meer hebt voor je schapen. De bezuinigingen op natuurbeheer, waardoor er minder geld beschikbaar is voor schapenbegrazing. Administratief gedoe, bijvoorbeeld rond de aanvraag voor graasdierpremie. Waardoor je, als je pech had, niet alleen die premie misliep, maar ook nog eens boetes kon krijgen (die bij sommige herders in de duizenden euro’s konden lopen) omdat je je dieradministratie niet perfect op orde had (terwijl de database van de overheid kuren vertoonde).
Het is een machtig mooi vak, het herdersvak. Zeker in de lammertijd, dat is doodvermoeiend, maar fantastisch! Maar wij hebben ook wel eens momenten gehad dat we dachten: waarom wilden we dit ook alweer? Dat we overwogen de herdersstaf erbij neer te gooien. Een belachelijk hoge boete voor een stomme administratieve fout. Een aanbesteding waar een andere herder ver onder de prijs mee vandoor ging. Een dierziekte. De extreem droge zomer waardoor we sommige projecten niet konden doen omdat er niks groeide, en dat een opdrachtgever dan doodleuk zegt: zeg, je hoeft niet te komen en we betalen je ook geen cent. Maar tot nu toe keken we het dan even aan, dan was het ergste weer voorbij en dan kwamen we er toch weer achter hoe mooi het is.
Voor Stijn was de maat vol. Hij is gestopt als herder en is nu boer in Frankrijk. Ik hoop van harte voor hem dat hij daar de vrijheid vindt die hij zoekt. En dat zijn lontje de rust krijgt om een stukje langer te groeien…