Gisteren, dinsdag 11 februari, was precies de helft van de ooien afgelammerd, met precies de helft van het verwachte aantal lammeren: 125. Tot nu toe gaat het heel aardig. We hebben onze lessen aflammeren al in de praktijk kunnen brengen. Laatst had ik avonddienst, en was er een lammetje met gebogen pootjes dat er niet goed uit wilde komen. Zoals Judith ons laatst geleerd had (zie blog ‘Lammerles’) hielp het om de pootjes een voor een even te strekken.
Het is mooi om te zien hoe goed moederooien voor hun kleintjes zorgen. En hoeveel behoefte de lammetjes aan geborgenheid hebben. Ze zullen niet gauw in hun eentje middenin het hok gaan slapen. Ze kiezen liever een muur of hek om tegenaan te liggen. En het allerliefst liggen ze natuurlijk tegen een lekker warme ooi aan, of het nou hun moeder is of niet (want deze ooi had echt geen vierling!).
Jammer genoeg zijn er wel weer een aantal fleslammetjes. Dat is heel veel werk, en kost eigenlijk te veel geld, met al die kunstmelk die er in gaat. Maar ondertussen is het ook wel mooi hoor, om lammetjes de fles te geven.
Foto’s hierboven en hieronder Bosse van Swaay
Hier doet vrijwilligster Saskia de eerste flestweeling gewoon tegelijk.
Toen ik er eentje de fles gaf, kwam de hele meute even kijken wat daar nou weer gebeurde.
Ook de kinderen helpen graag mee, hier Tijmen en zijn vriend Aron.