Gisteren zijn waarschijnlijk de laatste lammetjes geboren. Maar je weet maar nooit. Er waren wel drie ooien waarvan we dachten dat ze niet gedekt waren, en die toch ineens lammetjes kregen. Dus we kunnen nog verrast worden, maar in principe zit het er op. Niet dat we nou ineens niets meer te doen hebben. Er lopen wat fleslammeren bij (vinden de kinderen helemaal niet erg, en opa en oma vonden het gisteren ook wel heel leuk). En er moet dagelijks vers stro opgestrooid worden, kuilvoer aangevuld, brok bijgevuld, waterbak vol, ga zo maar door. De laatste lammeren krijgen nog een oornummer voordat ze hun kraamhokje uit moeten.
Het aantal lammeren per ooi is iets lager dan vorig jaar, we hadden wat minder drielingen. Er zijn er een paar dood geboren, en een paar verongelukt. Wat er al niet mis kan gaan, dat bedenk je niet. Van de week sprong er nog een lam van de strobalen af (2 van die enorme balen op elkaar, wel meer dan 1,5 meter hoog), plons, zo in de waterbak. Gelukkig was Clemens erbij, en kon hij het lam er uithalen, maar of het dat zelf gelukt was? We hebben meteen de balen maar naast elkaar gelegd in plaats van op elkaar. Maar ook dan kan het nog misgaan, zo blijkt. De schapen en lammeren klimmen graag op de balen, en als zo’n baal al aangebroken is, kan er daardoor een dikke plak afvallen. En als daar dan net een lammetje onder ligt… Heel akelig. Andere jaren is dat nog nooit gebeurd. Bij het aanbreken van de volgende baal zetten we er maar een hekje omheen.
Maar al met al blijft het een feest, zo’n stal vol lammetjes. Als je rustig gaat zitten, komen al die lammetjes op je af, aan je haar/oren/kleren/schoenen knabbelen. Kijk vooral even op de fotopagina’s van de lammertijd 2012. Drie pagina’s vol.