Bijna winter

Bij een schaapskudde heb je eigenlijk drie seizoenen: de lammertijd (eind januari – april), het begrazingsseizoen (mei – begin december), en de winter (begin december – eind januari). Als de schapen in Renkum uitgegraasd zijn deze week, lopen we met de kudde naar het Binnenveld, waar ze bij melkveehouders de weides gaan nabegrazen. Die boeren vinden het prettig als de wei aan het eind van het jaar kort afgegraasd is, want dan groeit het in het voorjaar beter uit. Voor de koeien is het inmiddels te nat, die trappen de grasmat stuk. Maar de schapen knabbelen het kort en trippelen het met hun kleine hoefjes juist mooi stevig vast. Soms hoeven boeren de wei daarna niet eens te rollen, wat ze anders vaak wel moeten doen.

Niet bio
Omdat de schapen dus vrijwel altijd op andermans grond lopen – tijdens het begrazingsseizoen bij natuurterreinbeheerders, gemeenten en waterschap, en in de winter bij boeren – kunnen we niet biologisch zijn. Daarvoor moet namelijk ook de grond waarop de dieren lopen gecertificeerd biologisch zijn. Voor natuurterrein is dat misschien nog te regelen, maar voor bijvoorbeeld de dijken niet. Het waterschap wil de mogelijkheid behouden om pleksgewijs onkruid te kunnen bestrijden (met name distels). En vooral in de winter lukt het dus niet. Er is wel een biologische melkveehouder in het Binnenveld, en daar grazen we ook, maar daarmee komen we er niet. We lopen ook bij nog een aantal anderen.

Zelf hebben we alleen 7 hectare gepachte grond bij de Haarweg. Al behandelen we die grond wel biologisch, het heeft voor ons dus niet veel zin (en is heel duur) om daar een certificaat voor aan de vragen. Wel houden we de biologische principes aan: zo veel mogelijk buiten, genoeg ruimte, niet preventief met medicijnen behandelen, geen kunstmest en bestrijdingsmiddelen. Hooi halen we van ons eigen land, maar dat is niet genoeg. De rest hebben we liefst uit de buurt, en is dus ook niet altijd bio. Het stro kunnen we toevallig wel van een naburige biologische akkerbouwer afnemen. Ook gebruiken we biologische brok. Dat is bijna twee keer zo duur als gangbaar, dus als die rekening binnenkomt (dan heb je het over duizenden euro’s) vragen we ons wel eens af waar we het ook alweer voor doen. Nou ja, dat weten we natuurlijk wel: voor de wereld, voor de schapen, en voor de klanten. Met onze achtergrond in de biologische landbouw verwachten klanten het gewoon van ons, nemen we aan.

Vertrouwen-op-afstand
Dat we niet gecertificeerd biologisch zijn, daar hebben we overigens gelukkig niet zo heel veel last van. Het enige probleem is dat de natuurslager daardoor ons lamsvlees niet mag verkopen, terwijl hij dat wel graag zou willen. Ook bij natuurvoedingswinkel Buys mocht het niet liggen, maar nu die overgaat op het Lazuurconcept, zijn er misschien wel mogelijkheden. Maar al met al raken we ons vlees toch wel kwijt. Een certificaat is eigenlijk een vorm van vertrouwen-op-afstand. Als je het niet met eigen ogen kunt controleren, dan laat je dat een betrouwbaar instituut doen, en weet je toch dat het snor zit. Maar bij ons kan iedereen dat zelf zien.